Abstract:
De beroemde archeoloog, zakenman en reiziger Heinrich Schliemann (1822-1890) legde de basis voor zijn fortuin in Nederland. Dit boek beschrijft zijn leven daarom vanuit een Nederlands perspectief. Al kort na zijn aankomst in het land in 1841 toont Schliemann door middel van een brief aan zijn zusters dat voor hem het verhaal, evenals het daarin geschapen zelfbeeld, belangrijker was dan de werkelijke gebeurtenis. In het vervolg van zijn leven zorgt hij er steeds opnieuw voor dat de mensen hem zien zoals hij graag gezien wordt: als de man die op eigen kracht de top van de maatschappelijke ladder bereikte.
Nadat hij als zakenman fortuin gemaakt heeft, gaat Schliemann op zoek naar intellectuele roem. Hij begint een zoektocht naar de locatie van het legendarische Troje. Als praktisch mens besluit Schliemann dat deze vraag met de schop moet worden beantwoord. Dit blijkt echter minder eenvoudig dan hij oorspronkelijk dacht: keer op keer weet hij zeker dat hij Troje gevonden heeft en keer op keer ontdekt hij dat er iets niet klopt. In zijn pogingen de problemen rond Troje op te lossen wordt hij gedwongen om zich met de grondbeginselen van de archeologie bezig te houden en het is door dit gevecht dat hij één van de aartsvaders van deze wetenschap wordt.
In dit boek zien we hoe twee mythes samen komen. De grote mythe over Troje en de al bijna even grote mythe van de arme jongen die besloten had om de resten van die stad te vinden. Dit is een verhaal over verhalen en over hoe moeilijk het is om een historische werkelijkheid te achterhalen.
Wout Arentzen
Wout Arentzen is een onafhankelijk wetenschapper die zich de afgelopen dertig jaar bezig gehouden heeft met de geschiedenis van de archeologie. Hij verdeeld zijn interesse tussen het middellandse zeegebied gebied en Nederland. Aangezien er nog maar heel weinig aan de geschiedenis van de archeologie in Nederland gedaan is, is zijn interesse in de laatste jaren meer en meer naar dit gebied verschoven.
read more