Abstract:
De Nederlandse stadsarcheologie heeft de afgelopen decennia een omvangrijke hoeveelheid informatie opgeleverd over de middeleeuwse stad in veel van haar gedaanten. Dit betreft onder meer het ontstaan, de topografie, de materiële cultuur en het functioneren van steden. De veelheid van opgegraven informatie is inmiddels zo groot dat het maken van syntheses een complexe aangelegenheid is geworden. Roos van Oosten kijkt voor het eerst in stadsarcheologisch Nederland systematisch over de grenzen van een individuele stad heen. Ze doet dit aan de hand van een alledaags fenomeen, namelijk poep- en pisverwerking in de pre-industriële stad.
Traditioneel worden beerputten door archeologen in hoofdzaak gezien als leveranciers van heel veel vondstmateriaal. In deze studie komen allerlei andere aspecten aan bod die meer te maken hebben met de stad als samenleving. Het boek geeft een degelijk onderbouwde archeologische en historische analyse van de beerput als fenomeen en als typisch kenmerk van urbanisatie; er worden relaties gelegd met bevolkingsdichtheid en de behoefte aan mest op het platteland.
Roos van Oosten analyseert het beerputten-fenomeen van zeven steden nader, namelijk dat van Alkmaar, Haarlem, Leiden, Amersfoort, Dordrecht, Deventer en ‘s-Hertogenbosch. Ze geeft een typologie van beerputten, waarbij een relatie wordt gelegd met de wijze van gebruik: collectief of als privé-voorziening. Smakelijk geschreven hoofdstukken over de stank en het periodiek leegruimen ontbreken niet.
De stad, het vuil en de beerput geeft een fraaie sociaal-economische analyse van de stedelijke samenleving gedurende de late middeleeuwen en vroeg-moderne tijd en toont aan dat vroeg-moderne stadsbestuurders hun rol als hoeders van het “gemeen oirbaer’ anders opvatten dan hun Middeleeuwse voorgangers. De in de Middeleeuwen van stadswege verplicht gestelde beerput sterft in de Gouden Eeuw een vroege dood. Sterk toenemend vervuild grachtenwater, een Hollandse ‘Great Stink’ is het gevolg.
Dr.
Roos van Oosten
Roos van Oosten is universitair docent stadsarcheologie aan de Universiteit Leiden. Naast het verzorgen van onderwijs verricht zij momenteel onderzoek in het kader van haar Veni-project ‘Challenging the paradigm of filthy and unhealthy medieval towns’.
—
Roos van Oosten began her academic career studying medieval history after which she began her archaeological degree that culminated in a thesis on urban archaeology. Her PhD dissertation at the University of Groningen focused on sanitation management, which she successfully defended in 2014. In 2011 she was appointed as university lecturer in urban archaeology at Leiden University.
read more